Onze eerste dag in Bali stond het waterpretpark Water Bom op ons programma. Dit waterpark zou toffer moeten zijn dan de aquaparken van Walibi, Plopsa en Bellewaerde samen. Maar eigenlijk zijn we allemaal te moe voor een dagje fun en besluiten we niet te gaan. Ons hotel heeft ook een zwembad en dus besluiten we daar maar een duikje te nemen. ‘s Middags genieten we van een overheerlijke schotel zeevruchten aan het strand van Jimbaran. Bernie en Kiran genieten van het zicht op zee, terwijl Tika en ik een wandeling maken met onze voeten (en uiteindelijk onze broek) in het water.
We rijden verder naar Ubud. Ik verlang naar de natuur die we onderweg te zien zullen krijgen, maar helaas. Nog voor we uit het centrum zijn, zijn we ter plaatse. De weg naar Ubud blijkt een drukbevolkte weg te zijn. Nergens stopt het aanbod van restaurantjes, hotels en winkeltjes. We geven onze ogen de kost! Alleen Tika merkt er niets van. Oververmoeid van de korte nachten, slaapt ze de hele rit.
Het guest-house dat we voor de komende 3 dagen geboekt hebben, blijkt op een klein straatje te liggen. Onze taxi kan er niet in en dus moeten we de laatste honderd meter onze valiezen dragen. Maar dat vinden we helemaal niet erg. We komen terecht in een oase van rust in deze hectische overtoeristische stad. We worden hartelijk ontvangen door de eigenaar en zijn vrouw met een verfrissend drankje.
Eindelijk kunnen we onze valiezen uitpakken en wat spelletjes spelen. Hier begint onze lange reis pas echt!
Geniet van deze avontuurlijke, lange reis.