Chiang Rai

In Thailand ontmoeten we oma, opa en mamie en dat zullen we geweten hebben! De eerste ochtend staat suikerbrood, chocoladebrood, rozijnenbrood, melkbrood en overheerlijk bruin brood samen met een grote pot Nutella op tafel! Naast al dat lekkers hebben ze ook lekkere worst, snoepjes, nieuwe schoolboeken (minder leuk), een nieuw fototoestel en (de zo lang gemiste) LOL-popjes mee uit België.

De eerste dag bezoeken we de Wat Rong Khun, beter gekend als witte tempel. Deze tempel is nog maar een goede twintig jaar oud, maar is toch al uitgegroeid tot een van de belangrijkste trekpleisters van het noorden. De tempel, zoals de naam al doet vermoeden, is helemaal wit en daardoor prachtig. Het is eigenlijk niet alleen een tempel, maar vooral ook een kunstwerk. Om in de tempel te geraken moet je over een brug die gebouwd is over de ‘put van de hel’ vol mensenarmen om zo in het hiernamaals te geraken. Ook binnenin vind je prachtige kunstwerken. Na een plasje in het duurste toiletgebouw van Thailand, keerden we weer huiswaarts.

Na de witte tempel, staat het zwarte huis op het programma. Het baandam museum. Het kleur is niet alleen in contrast met de vorige dag, maar ook de hele sfeer. Het ligt er vol uitgestalde botten, skeletten, huiden, slagtanden en vachten van wilde dieren. Ik vind er maar niets aan! Gelukkig gaan we daarna uitgebreid en overheerlijk Thais eten vlak naast het museum en dat maakt de hele dag goed!

De volgende dagen doen we het wat rustiger aan. We gaan shoppen in het shopping centrum, bezoeken het kattencafe, eten sushi op de avondmarkt en lopen verloren op de “walking street”. We boeken ook een twee-daagse trektocht naar een bergstam. Benieuwd wat dat gaat worden!