• Menu
  • Menu

Chi Phat

Het volgend hoogtepunt van onze reis werd het dorpje Chi Phat. Chi Phat ligt diep verscholen in de Cardamom jungle en alleen al er geraken is een heel avontuur. Ooit was het dorpje vooral gekend om zijn illegale houtkap en stroperij, maar nu hebben ze er een eco-toerisme project gestart dat zich richt op de lokale bevolking om hen zo een nieuwe bron van inkomen te garanderen.

Het dorp bereiken is niet zo eenvoudig. Ons verhaal begint dus alweer vroeg in de morgen. Geladen met slechts het hoognodige (de rest laten we achter in Phnom Penh), nemen we de bus naar een stad waar we uiteindelijk niet willen uitkomen. Ons plan is immers om ergens onderweg, in the middle of nowhere, af te stappen om daar een bootje te nemen. Alleen moeten we dat nog zien uitgelegd krijgen aan onze buschauffeur die geen woord Engels verstaat. Onze busrit zou normaal een drietal uur moeten duren, maar uiteindelijk blijkt dit bijna het dubbele te zijn…

Aangekomen in Andoung Tuek (yes, de chauffeur is op de juiste plek gestopt) staat er ons al iemand op te wachten. Van hieraf ging onze route verder via een klein bootje. Gelukkig hadden we onze valiezen achtergelaten in Phnom Penh want het zou er nooit allemaal op geraakt zijn. Van zodra iemand te veel beweegt, kantelt het hele bootje de andere kant op… Maar de omgeving is prachtig. Twee uur lang zien we niets anders dan natuur. Zalig! Na twee uur bootje varen, komen we eindelijk aan in Chi Phat. Nog tien minuutjes wandelen en we komen aan in het eco-centrum dat alles voor ons geregeld heeft.

De eerste nacht verblijven we nog in een guesthouse in het dorpje zelf. De kids mogen op de scooter, wij moeten nog eventjes wandelen. Ons guesthouse in het dorp is gelegen vlak naast de school. Op het speelpleintje maken we alvast kennis met de plaatselijke jeugd en de tiener-nanny’s die kleuters vervoeren op een scooter.

De volgende ochtend vertrekken we naar het wildlife release station. In deze plek worden dieren die eerder in gevangenschap leefden, voorbereid op hun vrijlating in de natuur. Er wordt ons beloofd dat we dicht bij de dieren mogen komen en ze mogen helpen met voederen. Dat spreekt ons enorm aan!

Na ons ontbijt staan er vier jonge kerels ons op te wachten met moto. Het centrum ligt nog afgelegener dan het dorp en is niet met de wagen te bereiken. Met de moto’s is het ongeveer een half uur rijden. We rijden langs smalle paadjes: door velden, door bossen, over kleine brugjes en ook door enkele riviertjes. Onze schoenen houden het nog net droog, maar die van onze chauffeurs helaas niet!

Aangekomen in het centrum, maken we al onmiddellijk kennis met de dieren. Een aapje komt een hele tros bananen stelen en een vogel staart ons de hele tijd aan terwijl we een theetje drinken.

Eerst staat een trek door de jungle op het programma. Bij ons vertrek worden we reeds gewaarschuwd dat er bloedzuigers zitten (oh nee, die kennen we nog uit Taman Negara). Met onze sokken over ons broek getrokken en onze benen goed ingesmeerd zijn we klaar om deze diertjes te trotseren, denken we. Onderweg spuit onze gids onze schoenen verschillende keren in met een zelf gemaakt spulletje. Broodnodig blijkt want we moeten verschillende keren de bloedzuigers van onze schoenen halen en op het einde van de wandeling blijken we allemaal wel enkele beten te hebben. De gids weet superveel te vertellen over de bomen, de natuur, … Hij vertelt ons dat hij vroeger zelf op wilde dieren ging schieten en bomen kapte. In het plaatselijk wijkcentrum leerde hij al een aardig mondje Engels praten om nu toeristen rond te leiden.

Na de wandeling mogen we eerst even uitrusten. Het is intussen immers alweer bloedheet!

Maar het hoogtepunt van de dag moet nog komen, want daarna mogen we helpen de dieren eten te geven. We mogen de beren niet knuffelen, maar komen wel heel dichtbij. Naast de honing beren zien we nog neushoornvogels, een grote neushoorvogel, verschillende soorten papegaaien en verzilverde langur (bladaapjes). Daarna worden we naar een plekje gebracht waar we mogen zwemmen, maar met al die bloedzuigers beperken we ons tot ons voetjes in het water steken.


Na zonsondergang mogen we ook nog de schubdieren voederen. Die leven immers ‘s nachts en slapen overdag.

Na een zalige nachtrust onder ons muskietennet, mogen we alweer helpen met het voederen van alle dieren. We genieten nog wat van de omgeving en keren terug naar het dorpje Chi Phat.

De rest van de dag hangen we gewoon wat rond in het dorpje. We spelen wat gezelschapsspelletjes en krijgen al snel de aandacht van enkele kinderen. We leren hen zenuwen en stronten. Dus als je ooit in Chi Phat komt en de plaatselijke jeugd komt op je afgelopen met een spel kaarten al roepend “STRONTEN!”, dan weet je waar ze het vandaan hebben…

Wat een leuke ervaring!

‘s Avonds eten we in een lokaal honden- en poezenrestaurant. Eigenlijk is het gewoon een restaurantje langs de weg, waar het krioelt van de straathonden. De kinderen genieten met volle teugen. Ze missen hun schermpjes niet!

De volgende dag is het alweer tijd om terug te keren naar Phnom Penh. Daar genieten we van een zalige massage en maken we nog een stadswandeling. We proberen nog enkele geocaches te vinden, maar vinden vooral veel afval. De volgende dag gaan we via het water richting Vietnam. Spannend! We hebben al eens een grens over land overgestoken, maar nog nooit over het water.

Leave a reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

1 comment